Bijscholingsdag NAS KNAS Athletic Skills Model groot succes.

Afgelopen zondag 12 mei was er opnieuw een bijscholingsdag van de NAS die gezamenlijk optrok met de KNAS-opleidingen. Op het programma stond een lezing door fysiotherapeut René Wormhout en Professor Bewegingswetenschappen Geert Savelbergh van de VU. Zij zijn ontwikkelaars van het nieuwste model voor talentontwikkeling en motorisch leren, het Athletic Skills Model (ASM).

Er waren 40 deelnemers aanwezig. Hieronder bevonden zich het meest, schermleraren uit nederland maar ook uit België, bestuursleden van verenigingen en de KNAS en fysiotherapeuten die werken met schermers. 

Na de opening door de voorzitter van NAS, Frans Posthuma was er een kort woord door bestuurslid breedtesport van de KNAS, Peter van Dalen. Hij benadrukte o.a de rol die de NAS zou moeten spelen als kennisbank en ontwikkelaar van schermleraren. Tevens pleitte hij voor een verplichte certificering van schermleraren zodat zij blijvend zich zullen bijscholen in hun vak.

René Wormhout, werkzaam als fysio bij het Nederlands elftal, hield een uitleg over het ontstaan van ASM en liet voorbeelden zien uit de historie van de ontwikkeling toen hij bij AFC AJAX werkte bij de jeugdopleiding van die voetbalclub. Interessante feiten werden aangedragen die ondermeer onderstrepen dat een brede motorische basis voor breedtesport als voor talentontwikkeling en topsport essentieel zijn. Dat late specialisatie in schermen beter zou zijn maar wel een vroege kennismaking nodig is. Alleen is op jonge leeftijd t/m het begin van de groeipiek de tijd in echt schermtraining beperkt en is er veel tijd voor het creëren van een breed motorisch vermogen noodzakelijk. Vroege specialisatie zorgt voor snel succes, maar ook voor een vroeg afhaakgedrag doordat een plafond in mogelijkheden en motivatie bereikt kan worden.

Geert Savelbergh die expert is op het gebied van motorisch leren liet zien dat de kwaliteit van trainen sterk verbetert kan worden en dat daarmee ook kwantitatief de gebruikelijk 10.000 uren norm van Ericson geen voorwaarde meer is voor een gouden medaille op de OS. De hockeysport bewijst dit al jaren met medailles na rond de 4000 uur training. Van belang is dat de kwaliteit van trainen verandert door o.a. gebruik van impliciete leermethodes en differentieel leren waarin weinig verbale instructie wordt gegeven, een andere kijk op fouten gehanteerd en veel variatie wordt gebruikt.   

Biologische leeftijd is bij ASM de sleutel voor wat je wel en niet traint. Er zijn zogenaamde sensitieve fases waarin een kind meer rijp is voor het aanleren van bepaalde motorische vaardigheden. Bij meisjes en jongens verschillen deze fases meestal en per geboortedatum dus ook. Verder zijn er vroeg en laatbloeiers wat effect heeft op de categorieën die in het schermen gelden en ook voor de selectieeisen die gesteld zouden moeten worden. Een hele klus voor de schermtrainer dus om hier een passend antwoord op te krijgen. Gelukkig hebben zij het boek als inleesdocument sinds december 2012 op de markt en hebben de auteurs toegezegd om volgend seizoen in mei een vervolgworkshop te zullen geven. Hierin zullen meer pratische toepassingen aan bod gaan komen alsmede organisatorische problemen van toepassing van ASM in de schermtrainingen behandeld worden.

Zie ook www.athleticskillsmodel.nl/schermbond-kiest-voor-asm/

Jeroen Divendal

Voorzitter TC van de NAS