Het lijkt ons maar niet te lukken om onze sport goed onder de aandacht van het grote publiek te brengen. En als het schermen al de publicteit haalt, staat het bol van en wantrouwen, negativisme en jaloezie. Zo verscheen laatst een artikel in de Volkskrant naar aanleiding van de WK in Antalya, waarin de vraag werd gesteld waarom het zo slecht ging met het Nederlandse degenschermen. Dit terwijl we nu met drie bronzen medailles en een achtste plaats op de Spelen de vijf meest succesvolle jaren van het topschermen meemaken sinds 1924. Toch bleek het voor sommigen belangrijker om te spreken over familieperikelen dan over waar het werkelijk om gaat: presteren en resultaten. Natuurlijk heeft mijn frustratie hierover ook te maken met de kwaliteit van de Nederlandse pers, die het blijkbaar niet meer nodig vindt feiten te controleren, maar meer en vooral over de negatieve sfeer die uit dit soort artikelen spreekt en de wens om ten koste van anderen de publiciteit te halen. Als we onze sport verder willen uitbouwen zullen we het moeten doen met mensen met een positieve en constructieve instelling en die de sport een warm hart toedragen.

In de landen om ons heen lijkt men de aantrekkelijkheid van de sport als reclameobject wel te zien en het schermen op een postieve wijze in het voetlicht te willen brengen, gezien een aantal recente publicaties. Zo verscheen Jason Rogers (tweede met het Amerikaanse sabelteam in Peking) in de laatste Amerikaanse editie van Men's Health met een mooi verhaal over doorzettingsvermogen, maar helaas wel in een lelijk Calvin Klein pak.

Jason Rogers in Men's Health October 2009

Ook Aldo Montano (sabel, goud individueel en brons met het team in Athene en brons met het team in Peking) verscheen in dit tijdschrift (de augustus editie) in een column over buikspiertraining.

Aldo Montano in Men's Health August 2009

Eerder zagen we Roger Federer als schermer in een reclamecampagne van de Olympische Spelen 2008 waarin tennissterren als andere sporters waren gekleed en de publicatie van het Ukranainse damessabelteam in het blad XXL trok behoorlijk de aandacht.


Federer as fencer

En hoewel het niet is gelukt om de Olympische Spelen naar Chicago te krijgen weet Barack Obama nu wel wat sabelschermen is.

Fencing with the President

De Italianen echter beheersen de kunst van het overdrijven. Na de Olympische Spelen kwamen ze terug met twee individuele gouden medailles, twee individuele bronzen medailles en drie bronzen medailles met het team om zich vervolgens in de showbusiness te storten. Zo trad Tagliariol op in een realityshow en Granbassi en Vezzali verschenen in een politiek programma. Hieraan kwam overigens een einde nadat Vezzali een flirtueuze opmerking had gemaakt tegen Berlusconi:haar werkgever, de Italiaanse politie (of beter de Carabinieri), was not amused. Dancing with the Stars stond vervolgens op haar programma en Granbassi verliet de Carabinieri om haar mediacarrière in de politieke tv-show Annozero voort te zetten.


Betekent dit dat we Bas terug willen zien in de Gouden Kooi en Sonja in Expeditie Robinson? Nee, want ondanks al het Italiaanse mediageweld worstelen ook zij met omzetten van al deze media-aandacht in meer faciliteiten en mogelijkheden voor de sport. Volgens Confalonieri (brons met het heren degenteam) is het ontbreken van een goede topsportstructuur en organsisatie er debet aan dat het schermen er niet doorbreekt tot het niveau van voetbal en motorsporten: er is een korte opleving in het aantal aanmeldingen bij schermclubs zichtbaar direkt na de successen van de Olympische Spelen, maar drie jaar later is het aantal leden weer teruggezakt. Publiciteit is altijd goed en mooi voor de sport en zal zeker bijdragen aan de ontwikkeling van de sport, maar er is meer nodig. De enige oplossing lijkt te liggen in het investeren in structuren om met hen die dit op constructieve wijze kunnen en willen doen, de sport verder uit te bouwen.