In 1904 vonden de Olympische Spelen voor het eerst plaats buiten Europa. De Spelen waren toegewezen aan Chicago, Illinois. Zo’n toewijzing betekende echter in het begin van de 20ste eeuw nog niet zo veel. Saint Louis was het er namelijk niet mee eens en protesteerde. In 1904 werd in Saint Louis de Wereldtentoonstelling gehouden en de organisatoren waren vastbesloten om, net als was geschied in Parijs, sportwedstrijden te organiseren. In essentie zeiden de organisatoren uit Saint Louis tegen Chicago: “Ga vooral jullie gang met die Spelen, we zullen zien wie er komt opdagen, als wij tegelijkertijd wat organiseren.” Chicago gaf toe en de Spelen gingen naar Saint Louis. De rivaliteit tussen de twee steden duurt tot op de dag van vandaag voort. Vraag een Chicago Cubs fan wie hij wil dat die dag de wedstrijd wint en hij zal zeggen: “The Cubs and whoever is playing the Saint Louis Cardinals.” Om nog even te benadrukken hoe anders 1904 was dan vandaag: In het paviljoen met de Ethnological Exhibit werd de Apache krijger Geronimo tentoongesteld. Hij stond daar tegen zijn zin als kermisattractie.

In feite werden door de beslissing uit te wijken naar Saint Louis alle fouten van Parijs herhaald. De Spelen duurden vier en een halve maand, een duidelijke openings- en sluitingsceremonie ontbrak, het grootste aantal deelnemers kwam uit de Verenigde Staten. De reis vanuit Europa duurde natuurlijk nog erg lang en door allerlei internationale spanningen zoals de Russisch-Japanse oorlog was men toch al minder reislustig. Er waren 651 deelnemers, waarvan 6 vrouwen, uit maar 12 landen. 526 deelnemers kwamen uit de VS, 56 uit Canada. De helft van de wedstrijden hadden slechts Amerikaanse deelnemers en werden daarom maar uitgeroepen tot Amerikaans kampioenschap. Aardig is dat door historici nog wordt geruzied over de nationaliteit van sommige deelnemers. Zo staat de schermer Alberto Van Zo Post in de boeken als Cubaanse winnaar van het zilver op floret en brons op degen en sabel, terwijl hij geboren was in Cincinnati en overleed in New York. De schermer Charles Tatham won zilver op degen en brons op floret voor Cuba. Hij won echter ook zilver op het ‘foil team event’ (twee deelnemende teams) waarop hij uitkwam voor de Verenigde Staten. Overigens deed de beste Amerikaanse schermer van dat moment, Charles Bothner, om onduidelijke redenen niet mee.

De schermwedstrijden stelden niet veel voor. Er waren 11 deelnemers uit vier landen. Wel waren er vijf gouden medailles te verdienen: degen, floret, sabel, korte stok en het ‘foil team event’. Acht van de elf deelnemers wonnen een medaille. De wedstrijden vonden plaats op 7 en 8 september 1904. De assauts voor professionals waren geschrapt. Het was de enige keer dat de korte stok op de wedstrijdkalender van de Spelen stond. Van Zo Post won ook het goud op de korte stok. Nederlandse deelnemers waren er niet; op geen enkel onderdeel van de Spelen. Ramon Fonst, die ook al in Parijs succesvol was, won goud op floret en degen en maakte deel uit van het ‘mixed team’ dat de Verenigde Staten versloeg en goud won. Van de schermwedstrijden zijn mij geen foto’s bekend. Hierbij uit mijn verzameling een foto uit het archief van Fonst, waar op hij door een 'vriend en bewonderaar' 'wereldkampioen' wordt genoemd, en een identiteitskaart uit 1952. El capitan was duidelijk op zijn 69-ste nog bij het schermen betrokken.

Sportpas Fonst

Opdracht aan Fonst