Jetze Doorman werd geboren op 2 juli 1881 om 20:00 uur te Balk in Friesland.
Hij was de zoon van Sjoukje Uilkema en Jan Diederik Doorman, directeur der
posterijen in Balk. Op jeugdige leeftijd verhuisde Jetze vanwege een promotie
van zijn vader naar Renkum. Hoewel zijn beide grootvaders kooplieden waren, was
de militaire betrokkenheid van de familie Doorman groot: zijn overgrootvader
was generaal-majoor Jan Diederik Doorman. De latere held Karel Doorman (”Ik val
aan, volg mij!”) die sneuvelde in de Slag in de Javazee, was zijn volle neef.
Jetze Doorman koos dan ook voor een militaire opleiding en belandde bij de
Koninklijke Militaire Academie in Breda, waar op dat moment niet alleen twee
voortreffelijke schermleraren aanwezig waren, H.A. van Pareren en H.J.
Verheijen, maar ook een behoorlijk aantal getalenteerde schermers: Van Rossem,
De Jong, Hubert van Blijenburg en Wijnoldy Daniëls waren weliswaar van
verschillende lichtingen, maar wel tegelijkertijd aan het KMA verbonden.
Doorman bleek al snel een uitmuntend schermer en werd uitgezonden naar de
‘tussen’ Spelen van 1906 in Athene. Hij deed mee op de onderdelen Sabel
Individueel één treffer (eerste ronde uitgeschakeld), degen individueel (halve
finale uitgeschakeld) en floret individueel (eerste ronde uitgeschakeld). Ook
kwam hij uit in de teamwedstrijd Degen (verlies in de eerste ronde). Maar
Doorman’s carrière was veel langer. In Londen in 1908 was hij nog niet
succesvol, maar bij de Olympische Sabel en Degen Teamwedstrijden in Stockholm
1912 won hij met de Nederlandse ploeg de bronzen medaille. Een succes dat op
Sabel werd herhaald in 1920 en 1924.
Doorman’s grootste succes behaalde hij echter in 1907 toen hij in Parijs
wereldkampioen Sabel werd. De FIE, die toen nog niet bestond, heeft later deze
vroege wereldkampioenschappen gedegradeerd tot Europese titels, maar de
Nederlandse pers kopte duidelijk “De Wereldkampioen J. Doorman”.
Doorman maakte deel uit van een groep van 15 Nederlandse officieren die
in februari 1914 naar Albanië werd gezonden om het daar juist geplaatste
staatshoofd, Prins Wilhelm zu Wied, geparenteerd aan het Nederlandse
koningshuis, te helpen met het opzetten van een politiemacht. De situatie was
zeer complex, er werd veel gevochten, er waren massaexecuties. De Nederlandse
aanvoerder Thompson werd doodgeschoten en zijn lichamelijke resten werden door
de Nederlandse marine, met een schip met Karel Doorman aan boord, gerepatrieerd
en onder grote belangstelling in Groningen ter aarde besteld. Prins Zu Wied
hield het na 6 maanden voor gezien en vertrok zonder formeel af te treden op
een Italiaans schip. De Nederlandse officieren konden met moeite het vege lijf
redden.
Doorman was een veelzijdig sporter. Hij reed mee in de Elfstedentocht van 1912,
maar kon die niet uitrijden omdat hij bevriezingsverschijnselen kreeg nadat hij
twee schaatsers uit een wak had gered. In 1912 deed hij ook, zij het
kortstondig, mee op de Militaire Vijfkamp in Stockholm. Hoewel hij daar na het
schieten al afhaakte, heeft hij vaak succesvol buiten de Spelen meegedaan. Hij
was een uitstekend ruiter en ook een goed schrijver. In het blad De Schermer
maande hij de Nederlandse sporters vaak tot harder trainen en ook schreef hij
een beknopte geschiedenis van het schermen. Jetze Doorman overleed op 49-jarige
leeftijd in Breda, Minister Nelissenstraat 4. Zijn weduwe schonk zijn
prijzenkast aan de KMA en zij die gelukkig genoeg zijn geweest een wedstrijd op
de KMA te mogen schermen, hebben die kast en daarmee zijn fantastische palmares
kunnen bewonderen. Arie de Jong is in Nederland de bekendste schermer geworden,
maar het is zonder enige twijfel Jetze Doorman die Nederland als schermland
internationaal op de kaart heeft gezet.
Wiebe Mokken